Wat als een werknemer het niet eens is met de bedrijfsarts?
Tijdens een verzuimtraject speelt de bedrijfsarts een centrale rol. Op basis van medische gegevens beoordeelt die of een werknemer (gedeeltelijk) arbeidsgeschikt is, en geeft hij advies over passende werkzaamheden, re-integratie en belastbaarheid. Maar wat als de werknemer het niet eens is met dat oordeel? Of zich onder druk gezet voelt om te werken terwijl hij of zij zich nog niet hersteld voelt? Verschillen van inzicht kunnen tot spanningen leiden, vooral wanneer het advies van de bedrijfsarts directe gevolgen heeft voor het re-integratietraject. In dit blog lees je hoe je als werkgever zorgvuldig en oplossingsgericht omgaat met deze situaties.
Het advies van de bedrijfsarts: onafhankelijk en bindend
Allereerst is het belangrijk om te benadrukken dat de bedrijfsarts een onafhankelijke rol vervult. Hij of zij handelt volgens professionele medische standaarden en kijkt uitsluitend naar de belastbaarheid van de werknemer in relatie tot arbeid. Werkgevers mogen het advies niet zomaar naast zich neerleggen en zijn in principe verplicht om ernaar te handelen.
Toch betekent dit niet dat het oordeel van de bedrijfsarts onfeilbaar is of nooit ter discussie mag worden gesteld. Werknemers die zich niet kunnen vinden in het advies, hebben verschillende mogelijkheden om daartegenin te gaan.
Wat kan een werknemer doen bij een meningsverschil?
Als een werknemer het oneens is met het oordeel van de bedrijfsarts, zijn er drie hoofdopties:
1. In gesprek gaan met de bedrijfsarts
Een eerste stap is om het gesprek aan te gaan. Soms ontstaat een verschil in beleving of interpretatie. Door vragen te stellen of nadere toelichting te vragen, ontstaat er vaak meer begrip over de inhoud van het advies. In sommige gevallen leidt dit tot heroverweging of verduidelijking.
2. Een second opinion aanvragen
De werknemer heeft het recht om een second opinion aan te vragen bij een andere bedrijfsarts van een andere arbodienst. Deze mogelijkheid is wettelijk vastgelegd (Wet op de medische keuringen, artikel 14). De werkgever moet dit verzoek in principe honoreren, tenzij er zwaarwegende bezwaren zijn. De second opinion geeft een onafhankelijk aanvullend oordeel, maar is niet bindend.
3. Deskundigenoordeel aanvragen bij UWV
Wanneer de werknemer twijfelt aan het re-integratieadvies of de beoordeling van de arbeidsgeschiktheid, kan hij een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Dit is vooral relevant wanneer er twijfel is over bijvoorbeeld de passendheid van aangeboden arbeid of het al dan niet kunnen hervatten van werk. Het oordeel van het UWV is niet juridisch bindend, maar wordt wel zwaar meegewogen in een eventuele latere beoordeling, bijvoorbeeld bij een WIA-aanvraag.
Hoe ga je als werkgever zorgvuldig om met bezwaar?
Een werknemer die zich niet gehoord voelt, kan het gevoel krijgen onder druk gezet te worden. Dat leidt niet zelden tot een verslechterde werkrelatie en soms zelfs tot juridische procedures. Daarom is het van groot belang om zorgvuldig en empathisch met dit soort situaties om te gaan.
Geef ruimte voor het gesprek, toon begrip voor het perspectief van de werknemer en verwijs waar nodig actief naar de mogelijkheden voor een second opinion of deskundigenoordeel. Laat zien dat je bereid bent om het traject samen vorm te geven, binnen de kaders van wat de bedrijfsarts medisch verantwoord acht.
Leg gemaakte afspraken goed vast en houd contact met de arbodienst over de voortgang en eventuele signalen van stagnatie of conflict. Betrek eventueel een casemanager of arbeidsdeskundige bij de verdere afstemming als de situatie vastloopt.
Voorkomen is beter dan escaleren
Hoewel verschil van mening nooit helemaal te voorkomen is, kan veel spanning worden voorkomen door duidelijke communicatie. Zorg vanaf het begin voor heldere uitleg over de rol van de bedrijfsarts, de betekenis van medische adviezen en de rechten van de werknemer. Wanneer werknemers weten dat ze inspraak en rechten hebben, voelen zij zich doorgaans serieuzer genomen en meer betrokken bij hun eigen herstelproces.
